Opzetten zonder lossenketting: Stokjes
04 augustus 2021 
3 min. leestijd

Opzetten zonder lossenketting: Stokjes

Het starten met een lossenketting, en dan die eerste rij erop… Het is altijd een gedoe. Pas maar op dat je niet te strak haakt, of je haakwerk gaat trekken. En als je halverwege de tel kwijtgeraakt bent, dan is het tellen een crime.

Gelukkig zijn er voor alles wel trucjes te vinden, en zo is deze dé truc bij uitstek als je -eender welke- opstart met lossenketting moet maken. Dit doe je hierna nooit meer anders!

Deze manier kan je ook voor vasten doen, trouwens.

Alle voordelen op een rijtje:

  1. Het gaat veel sneller, want je haakt de lossenketting én de eerste rij in één keer.
  2. Het is makkelijker te tellen.
  3. Het is veel gemakkelijker om te haken. Weg gepriegel in die lossen.
  4. Het is nooit te strak, of te los, maar altijd goed op spanning.
  5. Het heeft dezelfde elasticiteit als de rest je van haakwerk. Je “voelt” de lossenketting dus niet meer.

Zo doe je het:

Maak 3 lossen. Maak een omslag, en steek je haaknaald in in de allereerste losse die je hebt gemaakt.

Maak een omslag, en kom weer terug uit de steek. Je hebt nu 3 lusjes op je naald.

Maak opnieuw een omslag, en haal de haaknaald alleen door de eerste lus. Dit is het extra lusje, dat in plaats van de lossenketting komt.

Markeer het lusje dat net is gevormd. Die heb je straks nodig om opnieuw in te steken. Door de markeerder kan je je niet vergissen.

Als je het wat vaker hebt gedaan, is deze niet meer nodig.

Werk nu de steek verder af, net zoals een gewoon stokje: maak een omslag, haal de draad door de eerste 2 lusjes op je naald. Maak nog een omslag en haal de draad door de laatste 2 lusjes op je naald.

De eerste steek is hiermee gevormd. Dit gaan we herhalen.

Maak een omslag en steek in daar waar de stekenmarkeerder zit.

Maak terug een omslag, en kom weer uit de lus.

Maak terug een omslag, en haal de draad door het eerste lusje. De steek die gevormd wordt, markeer je weer met een stekenmarkeerder. Dit is je extra lusje.

Werk nu de steek verder af zoals een gewone vaste.

Herhaal dit net zolang als je opzetrij moet zijn.

Opzetten zonder lossenketting: stokjes voor rechtshandigen

Opzetten zonder lossenketting: stokjes voor linkshandigen

Na het haken van de eerste rij is je haakwerk meestal nét iets langer dan het eindresultaat. Het krimpt nog wat in als je er de tweede rij op zet. Hou daar rekening mee als je de lengte van je haakwerk bepaald. Daarvoor is een stekenproef sowieso een goed idee.

Over de schrijver
Elke Wellens is ontwerpster, auteur, specialist in knuffels haken en bezielster van Het Haakbeest. Samen met Stephane Stiévenart wil ze graag #iedereenaandehaak.
Reactie plaatsen